We gaan op avontuur in dierenland: fladderen als een vlinder, waggelen als een gans, kronkelen als een slang, ... .
Daarna staan we iets langer stil bij het diertje dat ook in de taallesjes in de kijker staat: POES. De poes ligt heerlijk te slapen in de mand, wordt wakker, besluipt een kat, maakt zich boos tegen een hond, ... .
Op het einde van de les verzinnen de kinderen zelf enkele bewegingen die bij dieren passen. De klasgenootjes raden over welk dier het gaat.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten